Gepubliceerd op 31-10-2017

aandraaien

betekenis & definitie

aandraaien - Werkwoord
1. (ov) vaster draaien
Ik heb het boutje iets te strak aangedraaid.
2. (ov) iets met een draaiknop in werking stellen
Hij draaide de radio aan, stak een sigaret op en begon eten klaar te maken.<ref>blz 113, Anekdotes uit een zijstraat

Woordherkomst
[1] samenstelling van aan(voorzetsel) en draaien(werkwoord)
[2] samenstelling van aan(bijwoord) en draaien(werkwoord)

Antoniemen
[1] losdraaien
[2] uitdraaien