(Lat. van vexare = kwellen, plagen). Aldus noemt men in Duitschland de bedriegelijke vragen, die ten doel hebben den ondervraagde op een dwaalspoor te leiden en hem met quasi-logica te verstrikken in ongerijmdheden; de vraag b.v. na verlies van het hoeveelste haar iemand een kaalkop verdient te heeten.
De bij zulke vragen niet zoo gemakkelijk te ontdekken fout van de redeneering bestaat b.v. in het gebruik van eenzelfde woord in verschillende beteekenissen, of in het aan betrekkelijke begrippen den schijn geven van absolute grootheden.