Wijsgeerige kunsttermen

Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)

Gepubliceerd op 20-07-2020

utilitarisme

betekenis & definitie

(ook wel utilisme of utilitarianisme). De nuttigheidsleer in moraal en staatkunde, afkomstig van Bentham (1748—1832) en later vooral voorgestaan door J.

S. Mill. De bevordering van ’s menschen welzijn wordt hier verheven tot maatstaf van zedelijkheid; het zedelijke gezocht in het nuttig zijn voor de bevordering van het geluk, zoowel van de gemeenschap als van den dader zei ven. Hieruit volgt eene prediking van streven naar het grootst mogelijk geluk van het grootste aantal, m.a.w. een universeel eudaemonisme. Deze betiteling van die ethische richting is dan ook wel zoo juist als die van utilisme of nuttigheidsleer, aangezien deze laatste naam allicht een onjuiste voorstelling wekt en niet het nut, maar het geluk, tot hoogste beginsel van het zedelijk oordeel wordt verheven. Veel nuttigs toch gaat geheel om buiten de moraal; en nut zonder meer zou trouwens nooit een maatstaf kunnen vormen als te onbepaald en te weinig zeggend, waar de vraag wordt opengelaten waartoe het nut zou moeten strekken.

< >