Neiging tot afscheiding ter vorming van zelfstandige secten, meer speciaal in geloofszaken, voerend tot de totstandkoming van eigen gemeenten, die aan den omvang en de macht van de algemeene Kerk afbreuk doen. In de toepassing en rechtvaardiging van zulk een separatisme in huldiging van geloofsvrijheid, ligt een der voornaamste verschilpunten tusschen de Protestantsche en de Roomsch-Katholieke kerk.
Vgl. haeretisch.