Wijsgeerige kunsttermen

Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)

Gepubliceerd op 20-07-2020

optimisme

betekenis & definitie

In letterlijken zin de leer dat deze wereld de best mogelijke is, gelijk zulks door Leibniz werd betoogd op grond dat, indien er inderdaad eene betere mogelijk geweest ware, God die óf niet zou moeten gekend hebben óf niet zou moeten hebben willen of kunnen scheppen, elk van welke drie veronderstellingen in strijd ware met Gods alwijsheid, algoedheid en almacht. Deze redeneering bezit natuurlijk slechts bewijskracht voor wie de laatstgenoemde vooropstellingen aanhangt, met welke zij staat of valt.

Een man als Schopenhauer b.v., met een volkomen tegengestelde wereldbeschouwing, noemt zulk een optimisme eene „schreeuwende ongerijmdheid”.In het dagelijksch leven noemt men optimist dengene, die vol moed en hoop alles beziet van de lichtzijde, terwijl de pessimist juist het omgekeerde doet.

< >