(Gr. , eigen, en menging). Een eigenaardige onberedeneerde en individueele afkeer tegen bepaalde zintuigelijke gewaarwordingen als reukaandoeningen, of tegen bepaalde spijzen en dranken als visch, kaas, aardbeien enz. die, zelfs ongemerkt in het lichaam gebracht, daarin ziekteverschijnselen teweegbrengen.
Het begrip is evenwel ook uitgebreid tot de onberedeneerde antipathie tegenover bepaalde personen, terwijl men niet in staat is zich daarvan voldoende rekenschap te geven.