Elke richting, welke de behartiging van den vorm stelt boven het wezen, en dien uitwendigen vorm gewichtiger acht dan den feitelijken inhoud of het doel. De vormen wenscht zij dan ook streng te zien gehandhaafd en in acht genomen, hetgeen allicht voert tot een doodend schematisme en doctrinairisme, gelijk wij die zoo veelvuldig aan treffen in de bureaucratie en bij hen die uit vrees of gemakzucht geen eigen verantwoordelijkheid voor hun daden willen dragen.
Van de veroordeeling van zulk een formalistisch doodvallen op de letter der wet vinden wij een voorbeeld in de bekende spreuk: „summum jus summa injuria”; en een levendige vertolking van dit denkbeeld vinden wij zoowel in Shakespeare’s Shylock als in den Kreon van Sophocles’ Antigone.