(Gr. ,cirkel en opvoeden). Lett. iemand van kringvormige, d.i. alomvattende onderwijzing of alzijdigheid van kennis. „Encyclopaedisten” noemde men de uitgevers van het groote woordenboek, dat in het midden der 18de eeuw (1751—’72) te Parijs verscheen, onder leiding o.a. van Diderot en d’Alembert.
Genoemd woordenboek diende als voertuig ter verbreiding van vrijzinnig-rationalistische denkbeelden, waardoor de naam encyclopaedist zich uitbreidde over al diegenen, welke die denkbeelden huldigden en als vrijdenkers optraden. Door velen worden de encyclopaedisten beschouwd als de geestelijke vaders der Fransche revolutie.