Wijsgeerige kunsttermen

Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)

Gepubliceerd op 20-07-2020

autonomie

betekenis & definitie

(Gr. , zelf en wet). Zelfbepaling uit eigen wezen; het zichzelf de wet voorschrijven, — in tegenstelling van heteronomie, waar het gezag van elders afkomstig is en b.v. de zedewet van buitenaf wordt opgelegd.

Autonoom b.v. zijn die moraalsystemen, waarin de oorsprong der zedelijke verplichting wordt gelegd in het handelend individu zelf; zoo b.v. bij Kant, die een zelfstandige zedewet opbouwt, die niet gebonden is aan een bepaald godsdienstig geloof.

< >