(Gr. , van weerskanten en menging). Deze benaming werd door Weismann gegeven aan die voortplanting, bij welke eene menging plaatsvindt van twee idioplasten, gepaard gaande met eene vermenging van beider individueele hereditaire eigenschappen, waarin dan de voornaamste bron zou te vinden zijn voor de congenitale variatie, zonder dat daarvoor eene overerving van gedurende het leven verworven eigenschappen behoeft te worden aangenomen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk