Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Gepubliceerd op 31-03-2017

Pannekoek

betekenis & definitie

Pannekoek - een zwakke wielrenner. Sedert de jaren zestig gebruikte term. Syn.: krabber, krabbelaar, drollecoureur. Fr. argot traîne-roulettes, doublure.

Kilometertellers waren voor pannekoeken op sportfietsen met spatborden die bij rode stoplichten wachtten. - Nieuwe Revu 20.7.1989

< >