Kwak - duw in de spurt gegeven aan een concurrent met de bedoeling hem te doen vallen. Een korte ruk aan het stuur noemt men ook een kwakkie. Kwakken een concurrent een kwak geven. Fr. passer le coude, bousculer, frotter.
Ze wilden elkaar er niet door laten, maar Bontempi zocht net zo lang, drukte en kwakte, tot hij een gaatje had gevonden. - de Volkskrant 24.5.1986