Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Gepubliceerd op 25-01-2017

Pluralis majestaticus

betekenis & definitie

Pluralis majestaticus = vorstelijk meervoud. De meeste vorsten hadden (en hebben nog) de gewoonte in brieven, wetten, besluiten, enz. van zich zelven in het meervoud (met wij) te spreken ; bijv.: Wij Wilhelmina, enz. Dezen vorm noemt men pluralis majestaticus. Zo zegt vaak ook een schrijver van zichzelf: wij, bijv.: Wij hebben gemeend in ons werk, enz.

< >