Lynchwet. Lynchen (spr. uit: lintsjen). In Amerika gebeurt het niet zelden, dat het volk een misdadiger eigenmachtig en zonder voorafgaand wettelijk onderzoek straft. Dit noemt men de toepassing der lynchwet of lynchen.
Deze barbaarsche strafoefening bestaat in het vernielen van de bezittingen van het slachtoffer, in lichamelijke mishandeling, ja zelfs in vermoording of ophanging. — De naam moet afkomstig zijn van zekeren John Lynch, die tegen het einde der 17e eeuw in Noord-Carolina, waar nog weinig rechtszekerheid bestond, met onbeperkte volmacht werd bekleed om voortvluchtige slaven te straffen.
Zoo werd in Nov. 1909 te Cairo in Illinois door een menigte van 10.000 menschen een neger gelyncht, die beschuldigd was een blank meisje beledigd te hebben. Hij werd uit de gevangenis gehaald, in 't vuur geworpen en tot asch verbrand. Tevens werd een andere gevangene (een blanke), die beschuldigd was van moord op zijn vrouw, aan een telegraafpaal opgehangen.