Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Gepubliceerd op 25-01-2017

Hansa

betekenis & definitie

Hansa, Hanze of Stedenbond. Het woord is van Gotische afkomst en betekende oorspronkelijk schare, daarna vereniging, genootschap. Later werd de naam toegepast op het verbond, dat verschillende handelssteden van Europa sloten tot onderlinge steun en bijstand tegen de zee- en land rovers.

Ten slotte verstond men alleen onder Hansa den zogenaamden Duitse stedenbond, die van omstreeks 1200 tot in de 17e eeuw heeft bestaan. De Hanze omvatte meer dan 90 handelssteden (ook uit ons land : als Middelburg, Amsterdam, Kampen, enz.). Zij wist van de landsheren meestal belangrijke voordelen en voorrechten te verkrijgen. De stad Lübeck was lange tijd het middelpunt der vereniging. In haar bloeitijd was de Hansa zo machtig, dat zij meermalen tegen een of anderen staat oorlog voerde. Door den 30-jarigen oorlog (om van andere oorzaken te zwijgen) ging de bond sterk achteruit: in 1669 kwam de laatste Hanze-vergadering bijeen en de steden Lübeck, Hamburg en Bremen ontvingen de weinige bezittingen, die de eens zo machtige Hansa bezat.

< >