Charon was volgens de Grieksche godenleer de veerman, die de afgestorvenen over den Acheron, den stroom der onderwereld, moest zetten.
Als veergeld kreeg hij een obolos, waarom men den overledene zulk een geldstuk in den mond gaf. Wie geen obolos bij zich had, moest aan den oever zolang wachten, tot Charon hem uit medelijden overzette (Ook zij, die op de bovenwereld geen graf hadden gekregen, waren veroordeeld aan den oever van den Acheron als schimmen rond te dolen).