Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Thunnus thynnus

betekenis & definitie

(L.) J. & E. (Syn. SCOMBER THYNNUS L.) Fam. Scombridae, Makreelen. Inl. naam op SABA Albacora, ook wel genoemd Tunny, paard-makreel, groote albacora, tuna. Zeevisch.

Verspreiding: pelagisch, aan alle warme kusten gevonden. Het lichaam is ovaal, de staart gekield, de tweede rugvin en de aarsvin worden gevolgd door8 of 10 kleine valsche vinnetjes, de staartvin is sterk gevorkt. De kleur van boven donkerblauw, van onderen grijs, met zilverachtige plekken. Het is de grootste onder de makreelen, en bereikt soms een lengte van meer dan tien voet en een gewicht van 1500 pond. Het vleesch zelfs van de grootste individuen is zeer smakelijk.

< >