Zoo noemt men in Suriname de plaatvormige, straalsgewijze geplaatste beeren, die bij sommige boomsoorten voorkomen en als natuurlijke stutten den boom
schragen, zoo b.v. bij Ceiba en Pterocarpus. Zie de beschrijving van eenige vormen bij A.J. van Stockum, Verslag van de Saramacca-expeditie, Leiden 1904, blz. 109.