(Bl. & Schn.) J. & G., Leather Jack, ST. EUST.
Fam. Carangidae. Zeevisch. Verspreiding: beide kusten van tropisch Amerika, zeer algemeen in West-Indië. De eerste rugvin bestaat uit vijf korte stekels. De tweede rugvin en de aarsvin lang, hun laatste stralen penseelvormig; er zijn twee stekels bij het begin der aarsvin.
De staartvin sterk gevorkt. De borstvinnen kort. De buikvinnen kunnen in een groef geplooid worden. De schubben zijn lang en smal, in de huid ingebed. Kleur blauwachtig van boven, mooi zilverachtig van onderen, vinnen geel. Zijn vleesch is droog en wordt als voedsel niet geschat.