Fam. Lecythidaceae. Baboen-godo en Kwatta-patoe, N.E.
Groote boomen, die eigenaardige met een deksel openspringende vruchten hebben, welke daardoor aan een pot doen denken. Van daar de inlandsche naam, die pot van de baboen (Mycetes) of kwatta (Ateles) beteekent. Alleen de soorten met groote vruchten heeten Baboen-godo of Kwatta-patoe. (Zio ook LECYTHIS.)