(Lac.) Jord., (syn. OTOLITHUS CAYENNENSIS (Lac.) Gthr.) Koebi, AROW. en N.E. In Suriname ook schelvisch genoemd.
Fam. Sciaenidae. Zeevisch. Verspreiding: aan de Atlantische kusten van Zuid-Amerika, van Brazilië en noordelijk tot Venezuela; Suriname. Deze visch leeft in zee en bezoekt slechts nu en dan de riviermonden, meest in 't begin van den drogen tijd. De bek is kort en stomp; de onderkaak steekt een weinig vooruit.
De bovenkaak reikt tot onder den achterrand van het oog. De oogen zijn groot. De borstvinnen reiken niet tot de einden der buikvinnen. De staartvin is gepunt. De kleur is licht met zwakke donkere strepen langs de zijkanten van den rug. Het vleesch heeft weinig graten en smaakt zeer goed. De koebi wordt twee voet lang en acht pond zwaar.