Een geslacht van hagedissen tot de familie der Tejidae behoorende, die in algemeenen lichaamsvorm veel overeenkomst met onze europeesche hagedissen van het geslacht LACERTA vertoonen. De tanden zijn echter van een geheel ander maaksel, en evenals bij alle Tejidae niet hol maar soliede, zijdelings samengedrukt en op zeer stevige wijze in eene gleuf aan de binnenzijde der kaken bevestigd.
De huid is aan de rugzijde bedekt door kleine schubben; aan de buikzijde zijn de schubben veel grooter en in duidelijke langsrijen geplaatst. Onder de keel vertoont de huid eene dubbele plooi, waardoor een soort halsband wordt gevormd. Deze hagedissen komen voor in het zuidelijk deel van Noord-Amerika, in Centraal- en in Zuid-Amerika. In Suriname komen 2 soorten voor: Cnemidophorus murinus Laur. die olijfgroen gekleurd is met groote ronde blauwe vlekken op de zijden, en Cnemidophorus lemniscatus Daud. met witte met zwart afgezette langsstreepen op den rug.Op Curaçao en ook op Bonaire wordt Cnemidophorus murinus aangetroffen, terwijl op Aruba eene soort voorkomt, Cnemidophorus arubensis Lidth, die als een tusschenvorm tusschen de beide voorgaande soorten kan beschouwd worden. Door de inwoners der eilanden worden deze hagedissen met den naam blausana bestempeld.
v.L.d.J.
