Behalve aan den zoon van het Rijk van het Midden, geeft men in Suriname dezen naam aan de menschvloo (zie SIPHONOPTERA). Ouden van dagen beweren, dat dit insect, vóór de immigratie van Chineezen, in Suriname niet bekend was.
M.D. Teenstra, De Landbouw in de kol. Suriname, Gron. 1835, II, 479 schrijft: ‘De gewone Europeesche vlooijen, welke de Friesche boerinnen met roode en blauwe rokken beweren, dat dezelve van de honden afkomstig zijn, vindt men (ofschoon ik nimmer op derzelver jagt geweest ben) in Suriname niet’. En Kappler, Surinam, enz. Stuttg. 1887, blz. 187, zegt: ‘Erst als im Jahre 1858 chinesische Einwanderer in die Kolonie kamen, wurden diese widerlichen Insekten mehr bekannt, und von den Farbigen “Chinesen-Läuse” genannt’.