Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Carapa procera

betekenis & definitie

D.C. Fam.

Meliaccae. Krapa, N.E. Groote boom metgroote, zwartbruine nier-vormige vrucht met vele zaden, die olie bevatten. Het roodachtige hout is een zeer goed bouw- en meubelhout; het wordt soms Surinaamsche Mahonie genoemd. Een aftreksel van den bast, die ongeveer 5 pct. looistof bevat, wordt gebruikt tegen diarrhee; de bittere olie der zaden tegen huiduitslag en tegen jicht. De bast zou ook koortswerende eigenschappen hebben.

< >