den 6en Juli 1782 op Curaçao in de St. Annakerk van Otrabanda gedoopt, waarbij hij de namen Philippus Ludovicus ontving, was de zoon van Petrus Brion en Maria Detrox.
In officiëele bescheiden komt zijn naam voor als Philip Louis Pierre Brion, terwijl hij gewoonlijk Louis Brion werd genoemd. Na te Amsterdam zijne opvoeding te hebben genoten, kwam hij op een kantoor aldaar, dat hij verliet om als vrijwilliger bij het Bataafsche leger in 1799 deel te nemen aan den veldtocht in Noord-Holland tegen de Engelschen en Russen. Of hij in hetzelfde jaar naar Curaçao is teruggekeerd dan wel naar de Vereenigde Staten ging, is niet met zekerheid uitgemaakt. Zijn vader, die lid van den Raad en een vermogend en invloedrijk koopman op Curaçao was, overleed aldaar den 12en Dec. 1799, een aanzienlijk vermogen achterlatende. Na zich in de Vereenigde Staten op de zeevaartkunde te hebben toegelegd, rustte Louis een schip uit, waarmede hij onderscheidene landen bezocht, om in 1803 naar Curaçao terug te keeren. Op 15 Aug. 1803 werd hij aangesteld tot 2en luitenant bij de compagnie der burgersdragonders en op 22 Juni 1804 tot kapitein van de 2e comp. infanterie der nationale garde van het eiland.
Reeds spoedig had de toen 23 jarige Brion gelegenheid zich te onderscheiden. De Engelsche Admiraal Murray had geruimen tijd de benedendistricten van het eiland geplunderd en gebrandschat; den 18en Mei 1805 deed hij een vergeefschen aanval op het Fort Beekenburg in het Oosterdistrict bij Caracasbaai; maar half Juni slaagde hij er wederom in troepen te landen en den 18en Juni den Cabrietenberg, die het Fort Beekenburg beheerschtte bezetten. Met 4 stukken geschut van die hoogte krachtig beschoten, moest de bezetting het fort ontruimen. Maar toen kwam een afdeeling van het garnizoen, onder majoor Schwartsz en een deel der schutterij, 160 man sterk, aangevoerd door kapitein Brion opdagen. Op het zien van de sterke stelling van den vijand, deinsde Schwartsz af, maar Brion besloot met zijn mannen den berg te bestormen. Aanvankelijk was de troep aan het vijandelijk vuur blootgesteld, maar aan den voet van den berg genaderd vlogen de meeste kogels over hen heen of kletterden tegen de rotsen.
Het is mogelijk dat de vijand, die een gelijk aantal manschappen en de versterkte stelling in zijn voordeel had, Brions macht niet kon overzien en die overschatte. Hoe dit ook zij, de Engelschen, waarschijnlijk vreezende dat de terugtocht naar hun schepen hun kon worden afgesneden, namen de vlucht, vervolgd door de schutters, die in de verwarring bij het inschepen tal van vijanden doodden of kwetsten. De 4 achtergelaten kanonnen, de ammunitie, eenige krijgsgevangenen en de roem dezer overwinning waren het loon voor den moed en het beleid van den jongen Brion. Het behoud van het eiland was aan hem te danken. Schwartsz werd den 20en Juni in arrest gesteld en naar Holland gezonden om daar voor den krijgsraad zich te verantwoorden.In later jaren bezocht Brion Venezuela, waar hij een zeer belangrijke rol speelde in den onafhanke-lijksoorlog. Hij werd opperbevelhebber der vloot van Columbia en kapitein-generaal van het leger. Simon Bolivar ondersteunde hij met $250.000 en bewerkte dat deze als kapitein-generaal van Venezuela en Nieuw-Grenada erkend werd. Zijn naam is verbonden aan de meest gedenkwaardige feiten van de krijgsgeschiedenis van Venezuela gedurende den bevrijdingsoorlog. Brion mocht de bevrijding van Zuid-Amerika niet beleven. Een oneenigheid met Bolivar deed hem besluiten zich uit de woelingen en de inspanning van den strijd terug te trekken; hij keerde in 1820 naar Curaçao terug en overleed aldaar den 27en Sept. 1821, slechts 39 jaren oud.
Door het onbaatzuchtig ondersteunen van de zaak der vrijheid, had hij zijn geheele vermogen verloren; de schuldvordering van zijne erfgenamen aan de republiek Columbia beliep een half millioen Spaansche daalders, waarvan 400.000 werd uitbetaald. Zijn stoffelijk overschot werd met toestemming zijner naaste bloedverwanten, door bemoeiingen van President Guzman Blanco, op 28 Sept. 1881 naar Caracas overgebracht en bijgezet in het Panteon Nacional. Toen de stoomboot met Brions gebeente de haven verliet, werd er van het Waterfort een
saluut van 19 schoten gedaan, de eenige hulde ooit aan dezen dapperen Curaçaoënaar door zijne landgenooten bewezen.
Litt. Curaçaosche Courant van 29 Sept. 1821.-Teenstra, Bekn. Beschr. v.d. Ned. Overz. Bezitt. Gron. 1852, blz. 902-905. - A.F.
Brusse, Curaçao en zijne bewoners, Curacao 1882. - The history of South America, by an American, translated from the Spanish by Adnah D. Jones, London and New York 1899. - El Imparcial de Curaçao, 5 Juli 1907 en 22 Eeb. 1910. - P.A. Euwens, O.P. in de Amigoe di Curaçao van 13 Juli 1907 en in Onze Eeuw, 1908. - Cartas de Bolívar, 1799 a 1822 Prólogo de José Enrique Rodó y Notas de R. Blanco-Fombona, Paris-Buenos Aires. 1913.