Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Bixa orellana

betekenis & definitie

L. Fam.

Bixaceae Anotto, WAR. Koesoewé, KAR. en N.E. Orlean, Roekoe, SUR. Roucou. BOV. E. Een kleine, sierlijke boom met rose bloemen. Bladeren eenigszins hartvormig, tot 12 c.M. lang; de vruchten zijn, vóór zij rijp zijn, rood en worden daarna bruin; zij zijn voorzien van lange, stekelige haren en bevatten een massa zwarte zaden. In bijna alle deelen der plant komt een roode kleurstof voor, het meest in de laag rondom de zaden, waarvan het handelsproduct, dat o.a. gebruikt wordt als boter- en kaaskleursel, afkomstig is. De plant ontbreekt nooit op de dorpen der Indianen, die zich met de roode kleurstof, met krapa-olie gemengd, de huid beschilderen; soms ook hun jachthonden.

De bladeren (Folia Bixae) zijn een geneesmiddel; zoo ook andere deelen der plant. In het begin van de 18e eeuw vindt men deze plant onder de uitvoerproducten van Suriname. (Zie Tijdschr. W.I. II 150) De naam roekoe schijnt van Afrik. oorsprong. Joest, Ethnogr. und Verwandtes aus Guayana. Intern.

Arch. f. Ethn. Suppl. zu Bd V. Leiden 1893).

< >