Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Gepubliceerd op 01-05-2019

One ton cup

betekenis & definitie

One ton cup - zilveren bokaal, in 1898 door de Franse goudsmid Linzeler gemodelleerd van 10 kg massief zilver. Hij werd door enige leden van de Cercle de Ia Voile de Paris (C.V.P.) aan hun club aangeboden.

De beker werd als prijs beschikbaar gesteld voor een internationale wedstrijd in de één ton beperkte klasse, wat hem de Engelse naam One Ton Cup bezorgde. In 1899 werd de eerste wedstrijd om deze Cup op de Seine gezeild. In 1907 werd besloten de Cup-wedstrijden te zeilen in de 6 meter-klasse; na WO 1 werd dat de 6,5 m-klasse en in 1924 weer de 6 meter-klasse, maar nu volgens de gewijzigde internationale meetformule. De Cup zwierf voornamelijk tussen Engeland en Frankrijk heen en weer, en ook Nederland wist hem een keer te veroveren. In 1928 werd hij voor het laatst op de Seine te Meulan verzeild maar sindsdien waren het de Zweden en de Noren, die hem beurtelings wonnen tot in 1952, in de wateren rond het zeilersparadijs Sandhamn, de Amerikanen er beslag op wisten te leggen en hem meenamen over de Atlantic. In 1953 haalden de Zwitsers hem terug naar Europa.

Intussen ging de belangstelling voor de 6 meter-klasse hard achteruit en in 1962 werd bij Palma de Mallorca de laatste 6 meter-wedstrijd voor de Cup gehouden. In 1964 besloot de C.V.P. de Cup beschikbaar te stelten voor een hardzeilerij op zee, waarin de jachten zonder voorgift tegen elkaar zouden zeilen. Men koos daarvoor ook nu weer een vrij klein type jacht, met een rating van maximaal 22 voet. Per land mogen hoogstens drie jachten deelnemen, die ieder individueel wedstrijdzeilen. Vroeger werden er zo lang achter elkaar wedstrijden gezeild, tot een van de deelnemers er drie gewonnen had. Volgens de nieuwe regels wordt de Cup in drie wedstrijden verzeild: een zeewedstrijd van 200 a 300 mijl en twee kustwedstrijden van 30 tot 50 mijl met een puntentelling, waarbij de zeewedstrijd dubbel telt.

In juli 1965 werd vanuit Le Havre voor het eerst onder de nieuwe regels om de One Ton Cup gezeild en sindsdien is de klasse snel in betekenis gegroeid. In Nederland werden vele One Ton Cup-jachten gebouwd, zowel voor binnenals buitenlandse opdrachtgevers. De prijs van deze jachten met hun hypermoderne wedstrijduitrusting lag al gauw rond een ton (ƒ 100.000,—). Dat werd aanleiding tot het instellen van soortgelijke wedstrijden voor jachten met een kleinere rating. Zo ontstond in 1966 de Half Ton Cup (Coupe Internationale Atlantique) en in 1968 de Quarter Ton Cup (Coupe Internationale des 15 Pieds). Volgens de nieuwe IOR-meetformuie is de maximale wedstrijdmaat voor de drie klassen respectievelijk 27,5, 21,7 en 18 voet.

< >