Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Gepubliceerd op 01-05-2019

Lemsteraak

betekenis & definitie

Lemsteraak - ook Lemmeraak, van oorsprong halfgedekt rondspantig vissersvaartuig, behorend tot de grondvorm der kromstevens. Het volume van het voorschip moet groter zijn dan dat van het achterschip.

Het voorschip is daarom ook breder, voller en hoger dan het achterschip. De waterlijnen hebben de vorm van een langgerekt, over de lengte doorgesneden ei. De Lemsteraak heeft lange smalle zeezwaarden en de mast is ongeveer even lang als het schip zelf. De eerste Lemsteraken werden in 1876 gebouwd op de werf van de Boer in Lemmer, Ze waren ca. 10,30 m lang, wat later uitgroeide tot ca. 11,88 m. Rond de eeuwwisseling ging men over op de bouw van ijzeren aken tot max. 14,15 m lengte. Met de Lemsteraak werd oorspronkelijk niet gevist, maar hij diende als moederschip voor haringvletten.

De zware netten met haring werd in de vletten getrokken en de aak sleepte ze naar de afslag. In de haven aangekomen werd de haring pas uit de netten gehaald. Niet alleen op het IJsselmeer, ook in Zeeland werden de aken gebruikt. Vanwege hun snelheid sprak men wel van Bruinisser jachten. Het waren eigenlijk mosselaken.

Veel ijzeren - en later stalen Lemsteraken zijn omgebouwd tot jacht. Ook is er een groeiende markt voor nieuw gebouwde Lemsteraken. De lijnen worden dan soms iets gewijzigd, aangepast aan het doel waarvoor ze gebruikt worden, → ‘De Groene Draeck’.

< >