Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Toonkunst

betekenis & definitie

is het woord voor de meest onstoffelijke aller kunsten, de kunst om door vluchtige klanken, ontstaan door geluidstrillingen, gevoelens uit te drukken en op te wekken. Zelfs den minstbeschaafden volken is het gevoel voor toonkunst eigen.

De meest primitieve uiting is kloppen of stampen of slaan op houten of metalen, geluidmakende voorwerpen, dus vooral rhythme. Daarna komt het begrip van klank en toonhoogte.

Deze tonen leiden in zekere rangschikking tot de melodie, den eenstemmigen volkszang. Bovendien leerden de volken de blaasinstrumenten (hoorn, rieten fluit) en de snaar-instrumenten kennen, alsook de slag-instrumenten (bekkens, gamelang).

Men maakte kennis met het begrip resoneren (medetrillen) en versterkte de verkregen klanken door klankbodems; bijv. bamboe-cylinders of een hol houten blok. Zie verder: Muziek.Soms duidt men bij wijze van afkorting met „Toonkunst” aan de „Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst”, een Nederlandse organisatie, opgericht in 1820. Deze vereniging heeft verscheiden plaatselijke afdelingen. Zij werkt voor muziek-onderwijs en voor goede uitvoeringen.

< >