Er bestaat een wetenschap, de munt- en penningkunde, of met een vreemd woord de numismatiek genoemd, die zich bezighoudt met de studie van munten, penningen, medailles enz.
De munten en penningen van de verschillende volken uit oude tijden spreken voor de kenners een duidelijke taal omtrent den stand van de beschaving, den godsdienst, den regeringsvorm en de kleding van die volken.
De liefde voor het verzamelen van munMurat, een van Napoleons moedigste generaals.
ten en penningen is al zeer oud: in Italië kon men haar tijdens de Middeleeuwen reeds waarnemen. Te Parijs, Londen en Berlijn en ook in ons land, n.l. in het Koninklijk Muntenkabinet in den Haag, worden belangrijke muntverzamelingen bewaard.
Murat. Joachim Murat (1767—1815) was een van de moedigste generaals van Napoleon, die ook zijn gehele loopbaan aan den groten Bonaparte te danken had.
Hij. was van zeer eenvoudige afkomst en nam reeds op jeugdigen leeftijd dienst in het leger, dat hij echter in 1794 weer verliet. Een jaar later, bij een oproer, bewees hij Napoleon een groten dienst, door op buitengewoon vermetele wijze een aantal kanonnen onder de ogen van het dreigend gepeupel weg te halen en ’t zo den Corsicaan mogelijk te maken, ’t oproer te dempen.
In 1800 huwde hij Napoleons zuster Carolina, een schrandere, moedige vrouw, volgens haar broeder „de enige man in zijn familie”; in 1804 werd hij maarschalk.
In 1806 werd hij Hertog van Berg en twee jaar later Koning van Napels en Sicilië. Vier jaar lang wijdde hij zich, met de hulp van zijn echtgenote, aan zijn koninkrijk en voerde er vele verbeteringen in. Langzamerhand probeerde hij zich van zijn zwager onafhankelijk te maken. Hij nam intussen nog aan den Russischen veldtocht deel, maar daarna sloot hij een verbond met Oostenrijk, ten einde zijn koninkrijk te kunnen behouden en liet den Keizer, wien hij alles te danken had, in den steek.
Tijdens het Weener Congres deed hij nog een poging om zijn positie te herwinnen, hij moest echter wijken, werd tijdens zijn vlucht gegrepen en gefusileerd.
Murillo. Bartolomeo Esteban Murillo (1617—1682) was een beroemd Spaans schilder, afkomstig uit Sevilla. Op 25-jarigen leeftijd begaf hij zich naar Madrid, waar de grote Velasquez hem in de gelegenheid stelde om studies en copieën te maken in het Koninklijk museum en in het Escuriaal. Door de aanraking met de grote Vlaamse en Spaanse meesters kwam zijn talent eerst recht tot rijpheid en ontwikkeling. Voor het Franciscaner-klooster in zijn geboortestad schilderde hij een paar stukken, die zijn roem wijd en zijd verspreidden en spoedig stroomden hem van alle kanten opdrachten toe. Iets later schilderde hij: „De heilige Leander en de heilige Isidorus”, „De geboorte van Maria”, „Het visioen van den heiligen Antonius” en vier stukken voor de kerk van Santa Maria la Blanca te Sevilla.
Zijn geniale scheppingskracht bereikte haar hoogsten bloei in de jaren 1670—1680, toen hij tientallen van de heerlijkste werken voor kerken en kloosters schilderde. Alleen reeds voor het Capucijnerklooster te Sevilla vervaardigde hij meer dan twintig stukken. Hoewel Murillo’s schilderijen meest godsdienstige of Bijbelse gegevens tot onderwerp hebben, heeft hij toch ook typische