Waarschijnlijk heb je allemaal wel eens gehoord van een Montessorischool of misschien zijn sommigen van jullie er zelf wel op geweest.
Dr. Maria Montessori, de moeder van het Montessori-onderwijs, is een Italiaanse, die in 1870 werd geboren. Zij was de eerste vrouw in Italië, die de hogeschool bezocht; zij studeerde te Rome in de natuurwetenschappen en de geneeskunde. Toen zij assistente was aan de psychiatrische kliniek in deze stad, vatte zij grote belangstelling op voor het zwakzinnige kind en zo opende zij in 1907 haar eerste instituut voor zwakzinnige kinderen.
Spoedig paste nu dr. Montessori haar onderwijs-methode ook toe op het onderwijs aan normale kinderen. De Montessori-methode vond in tal van landen (naast critiek) veel aanhang, zodat, ook in ons land, verscheidene Montessorischolen werden opgericht, vooral voor het voorbereidend lager-, maar ook voor lager onderwijs.
De kern van de Montessori-methode bestaat in: scheppend arbeiden. Datgene, wat een kind of mens zelfstandig bedenkt en doet, werkt het meeste mee aan de ontwikkeling van zijn karakter en zelfvertrouwen. Wat men zelf vindt, is meer waard, dan wat wordt „voorgekauwd”. Je kent allemaal wel de voldoening, die je voelt, wanneer je het een of ander knutselwerkje, dat je zelf hebt uitgedacht, tot stand bracht!
Om deze hoofdgedachte „het scheppend arbeiden” in haar methode tot uiting te doen komen, heeft dr. Montessori ontwikkelingsmateriaal bedacht, dat de kleuters (haar methode was eerst bestemd voor kleintjes van 3 tot 8 jaar) in staat stelde zelf werkzaam te zijn. Later werkte zij haar methode ook uit voor ouderen.