De Métro, zoals de Parijzenaar zegt, is voor Parijs onmisbaar. De métropolitain is de (meestal ondergrondse) stadsspoor voor passagiersvervoer, die in de meeste metropolen (oorspronkelijk moedersteden, nu wereldsteden), als Londen, Berlijn, Wenen, New-York en Moskou, te vinden is.
In zulke steden zou het straatverkeer ieder ogenblik gestremd zijn, als de Métro niet bestond. Te Parijs vervoert de Métro per dag ongeveer één millioen passagiers, die zich anders op straat zouden moeten verplaatsen.
En welk een tijdsbesparing! In enkele minuten legt men onder den grond kilometers af; hoeveel tijd zou dat in die overvolle straten niet gekost hebben!Het verkeer met den Métro is voortreffelijk geregeld; grote duidelijke borden, ’s avonds rood verlicht, geven de plaatsen aan, waar men naar stations kan afdalen. Gewoonlijk gebeurt dit langs trappen; ligt de spoorweg echter te diep, dan zijn er grote liftkooien, die wel 40 of 60 personen kunnen bergen. Op andere plaatsen is er een automatische trap, die ons verder voert, zonder dat wij een voet behoeven te verzetten. De prijs is voor alle afstanden gelijk: voor dat bedrag mag men zo ver en zo lang reizen, als men wil. Bij den toegang tot het perron is een klapdeurtje, dat automatisch gesloten wordt, zodra een trein binnen rijdt. Niemand kan er meer door, want de reizigers, die op het laatste nippertje komen aanrennen, zouden gemakkelijk ongelukken kunnen veroorzaken.
Het oponthoud in de stations is namelijk zeer kort; met het horloge in de hand waargenomen, duurt dit van 4 tot 14 seconden. Iedereen houdt zich dan ook gereed, bij het voorlaatste station staat men op en zorgt er voor vlak bij de portieren te gaan staan, anders kan het voorkomen, dat men niet tijdig uit den trein kan komen. De passagiers op het perron staan gereed ter plaatse, waar hun klasse stopt: 2e klasse in het midden, 3e klasse vóór en achter. Snel instappen en, als het perron leeg is, geeft de conducteur het sein tot vertrek en sluiten zich de portieren automatisch. Overal staan richting-aanwijzers met vermelding der tussenstations; in de treinen vindt men alle aanwijzingen over stations, overstappen enz. Vragen is geheel overbodig; iedereen kan zelf den weg vinden.
De Métropolitain is een meesterwerk van ingenieurskunst. Geheel Parijs is doorgraven met een netwerk van tunnels, die soms vrij diep onder den grond liggen. Slechts op enkele plaatsen komt de lijn even boven den grond; op een plaats is de Seine overbrugd, elders gaat de tunnel onder de rivier door. Alles gebeurt met de grootste regelmaat, de grootste snelheid en veiligheid, zodat ongelukken maar zelden zijn voorgekomen. Treinkruisingen bestaan er niet, als twee lijnen elkander kruisen, gaat de ene tunnel over de andere heen. Wachten komt bijna niet voor, de treinen lopen met een tussenruimte van enkele minuten. Wel kan het in de treinen en op de perrons verbazend vol zijn; bijv. ’s morgens, als de kantoren beginnen, ’s namiddags, als deze sluiten, en ’s nachts, als de schouwburgen uitgaan.