Wanneer wij in een donkeren nacht omhoog kijken naar het firmament, waar de sterren als schitterende punten flikkeren, dan valt ons een zwak lichtende band op, die zich van het sterrenbeeld Cassiopeia over den Schutter naar Orion uitstrekt. Niet overal is deze band even breed.
In de nabijheid van de poolster is hij het smalst en bij de ster Deneb in het sterrenbeeld de Zwaan splitst hij zich in twee banden.Dat is de Melkweg. Het is een opeenhoping van millioenen, schijnbaar dicht bij elkander staande vaste sterren, die zo ver van ons verwijderd zijn, dat hun licht slechts als een zwak schijnsel tot ons doordringt. Reeds de oude Grieken veronderstelden, dat deze gordel uit een ontelbaar aantal sterren bestond (Aristoteles), maar eerst na de uitvinding van de verrekijkers was men in staat de juistheid van dit vermoeden door rechtstreekse waarneming te bevestigen. Tegenwoordig zijn de sterrenkundigen van mening, dat de vaste sterren, ook onze zon, tot het stelsel van den Melkweg behoren.