Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Luchtballon

betekenis & definitie

Voor een vroeger geslacht, dat nog geen vliegmachines en bestuurbare luchtschepen kende, was de verschijning van een gewone luchtballon al een hele gebeurtenis. Als zo’n reusachtige luchtbol bij feestelijke gelegenheden zich, na de eindeloos lang durende vulling en de andere omslachtige voorbereidingen, tenslotte statig in de lucht verhief en dan vlot stijgend „de zon tegemoet snelde”, dan voelde je toch een huiverige bewondering voor de moedige mannen, die in een mand, aan den vrijen ballon geketend, werden meegesleurd de oneindige ruimte in.

De rappe vliegmachines, het bestuurbare luchtschip, hebben tegenwoordig den onbestuurbaren, vrijen ballon vrijwel uit de lucht verdreven.Je weet natuurlijk, dat bij den ballon het beginsel in toepassing wordt gebracht, dat een lichaam met een kleiner soortelijk gewicht dan de middenstof, waarin het zich bevindt, daarin moet opstijgen (wet van Archimedes). Daarom worden voor het gas, waarmede het omhulsel van den ballon gevuld wordt, natuurlijk de lichtst mogelijke soorten gebruikt, n.l. gewoonlijk: lichtgas, waterstofgas of helium, want hoe lichter het gas, des te sterker is zijn neiging, om zich in de lucht te verheffen, m.a.w. des te groter is zijn opdrijvende kracht. In het artikel Dampkring heb je kunnen lezen, dat iedere M.3 van een met waterstofgas gevulden ballon een opdrijvende kracht heeft van ± 1.22 K.G., dat komt dus voor een ballon van behoorlijke grootte, n.l. b.v. 1200 M.3, neer op 1464 K.G. opdrijvende kracht. Dit is echter niet zijn zuivere stijgkracht, want daartoe moet het aangegeven gewicht nog worden verminderd met het z.g. vaste gewicht, n.l. het gewicht van het omhulsel, van de mand, van de bemanning, de instrumenten, de proviand, de ballast (zie ook aldaar), enz. Een ballon zal natuurlijk niet aldoor kunnen blijven stijgen, want behalve dat de dampkring om de aarde grenzen heeft, wordt hij naar boven voortdurend ijler, d. w.z. geleidelijk daalt het soortelijk gewicht van de lucht en in diezelfde verhouding neemt ook de stijgkracht van den ballon af, totdat op een bepaalde hoogte evenwicht zal ontstaan tussen opdrijvende kracht en totaalgewicht en de ballon op die hoogte zal blijven zweven.
Het omhulsel van een ballon bestaat uit zijde, katoen, perkaal (een fijn weefsel) of goudvlies en wordt door lijnolie-vernis of een gummilaag zoveel mogelijk ondoordringbaar gemaakt. Het ballonhulsel is omgeven door een stuk net van katoen, hennep of zijde, dat den gehelen ballon omsluit en eindigt in koorden, die tezamen komen in een ring, waaraan de korf met de sleeptouwen en het anker hangen. Al is de z.g. vrije ballon” niet vrij in zijn vaart, omdat hij van de windrichting afhankelijk is, toch kan de bemanning desgewenst enigen invloed op de vaartrichting uitoefenen, doordat zij, op een bepaalde hoogte gekomen, kan. stijgen en dalen en dus gebruik kan maken van de op de verschillende hoogten heersende verschillende, soms zelfs tegenovergestelde luchtstromingen. Zij heeft daartoe een hoeveelheid dood gewicht in de mand, de reeds genoemde ballast, meestal bestaande uit zakken zand. Gooit de bemanning enkele hiervan over boord, dan verliest de ballon aan gewicht en hij zal dus stijgen. In het omhulsel zijn verende kleppen of ventielen aangebracht, welke de bestuurder door middel van een touw, de ventiellijn, dat dwars door den ballon loopt en omlaag wordt gevoerd door de open slurf, die boven de mand uitkomt, kan openen. Doet hij dit, dan ontsnapt hel gas, waardoor de spanning en dus de stijgkracht zal verminderen, d.w.z. de ballon zal dalen. De slurf van den ballon is meestal open, omdat het gas, wanneer het zich bij bestraling door de zon en bij stijging naar grote hoogte uitzet, automatisch moet kunnen ontsnappen. Dan is in den ballon een z.g. „scheurbaan” aangebracht, dat is een baan in het omhulsel aan den bovenkant, eveneens door een (rood gekleurd) koord via de slurf met de mand verbonden en die bij een daling steeds vlak vóór de landing wordt opengescheurd. De scheurbaan is een lap van ongeveer een meter lengte, zodat de stijgkracht van den ballon door deze manoeuvre natuurlijk bijna terstond wordt vernietigd.
De mand is gewoonlijk gemaakt uit sterk, licht vlechtwerk, de ankers hebben meestal den vorm van een eg, terwijl het sleeptouw op geringe hoogten voor het besturen kan worden gebruikt en soms van veel nut is bij de landing. De ballonvaarders zijn verder uitgerust met proviand, een barometer, een thermometer, landkaarten, kijkers en met wat verder, in verband met het doel van den tocht, voor hen van belang kan zijn. Behalve vrije ballons zijn er ook kabelballons (ballon captif), die door een kabel met de aarde verbonden blijven en vroeger veel bij de legers werden gebruikt voor het doen van waarnemingen.
De luchtballon is een Franse uitvinding, immers de gebroeders Montgolfier lieten den sen Juni 1783 te Annonay een met warme lucht gevulden ballon op, maar over deze broeders schrijven wij in een afzonderlijk artikel. Onmiddellijk daarna verscheen het type-Blanchard, dat met waterstofgas gevuld was. In 1783 wipte deze Blanchard met zijn ballon over het kanaal van Dover naar Calais, een voor dien tijd ongeëvenaard waagstuk, dat onverwijld door een monument werd vereeuwigd.
Een tijdlang woedde in Frankrijk de ballonkoorts, maar toen het in tegenstelling met de verwachtingen niet spoedig mogelijk bleek den ballon bestuurbaar te maken, verminderde allengs de belangstelling.
In 1870 bij de belegering van Parijs trokken de Fransen groot nut van den luchtballon voor het overbrengen van belangrijke berichten. Vier en zestig stegen er op, waarvan er maar zeven in handen van den vijand vielen of verongelukten, zodat de Duitsers de meeste niet te pakken konden krijgen. Omstreeks dien tijd vond het vraagstuk van den bestuurbaren luchtballon zijn eerste primitieve oplossing en kwam ook het oude denkbeeld van de vliegmachine — het zwaarder dan de lucht-beginsel — geleidelijk meer naar voren. Deze beide vormen van luchtvaart, die meer voldoen aan het oude menselijke ideaal van „vliegen”, verschillen zozeer van het simpele zweven van den ballon, dat wij deze afzonderlijk zullen bespreken.
Bekend is het tragische avontuur van de Noordpoolreizigers Andree, Strindberg en Fraenckel, die in 1897 in een luchtballon van Spitsbergen opstegen, om de Noordpool aldus te bereiken en die het alle drie met den dood moesten bekopen. Dan wordt de belangstelling voor den vrijen ballon ook in onzen tijd nog altijd levendig gehouden door ballontochten met wetenschappelijke doeleinden, zoals die van professor Picard en door de jaarlijkse Gordon-Bennett-race, den in 1906 voor het eerst gehouden afstandswedstrijd voor vrije ballons.

< >