Als je op een mooien zomeravond langs den rand van het bos wandelt, zal het je aandacht trekken, dat tussen de takken en het donkere lover honderden lichtpunten zweven, nu eens laag, dan hoog opstijgende en weer dalende, en je weet, dat het vuurvliegjes of glimwormpjes zijn, die daar rondzweven. Het zijn insecten, behorende tot de orde der kevers.
Het licht is waarschijnlijk het gevolg van de verbranding van vet in het achterlijf. — Zie ook: St. Jansworm.
De glimwormen zijn niet de enige dieren, die licht geven. Onder de landdieren zijn er enige soorten duizendpoten, die dezelfde eigenschap bezitten.
Onder de zeedieren, vooral onder de op grote diepte levende, zijn de lichtgevende soorten veel talrijker, het zijn soms zeldzaam gevormde vissen, kleine zeekreeften en verder verschillende kwallen en infusoriën. Het „lichten” der zee op warme zomeravonden wordt eveneens veroorzaakt door millioenen microscopischkleine diertjes.Men moet het lichtgevend vermogen dezer dieren niet verwarren met het zogenaamde lichten, dat men bijv. bij ogen van katten waarneemt. Dit is een lichtweerkaatsingsverschijnsel, dat in volslagen duisternis niet kan optreden.
