Jan Jacob Lodewijk ten Kate, een Nederlands dichter, schrijver en predikant, werd in 1819 te ’s-Gravenhage geboren en overleed in 1888 te Amsterdam. Hij bezocht in de residentie het gymnasium en studeerde aan de Utrechtse universiteit in de godgeleerdheid.
Zijn eersten dichtbundel gaf hij uit, toen hij nog maar zeventien jaar oud was.In zijn studententijd bleef hij voortdurend schrijven; wel acht dichtbundels en geschriften zagen in dien tijd het licht. Bovendien was hij toen ook nog hoofdredacteur van „Braga”, een letterkundig „Tijdschrift op rijm”, dat een voor zijn tijd ongewoon fris geluid deed horen en den poëten en rijm-kunstenaars dier dagen soms ongezouten de waarheid durfde zeggen.
Als predikant stond ten Kate achtereenvolgens te Marken, Almkerk, Middelburg en Amsterdam.
Het is niet te doen, je een volledig overzicht te geven van ten Kate’s werk; alleen al zijn complete gedichten beslaan acht forse delen en dan komen daar nog de prozageschriften, reisbeschrijvingen, vertalingen in versmaat (Dante, Lafontaine) en stichtelijke lectuur bij. Van al zijn werken hebben „De schepping”, en „De jaargetijden” de meeste bekendheid gekregen.
Ten Kate stond bij onze grootouders en overgrootouders in hoog aanzien en werd in hun tijd gaarne gelezen. Hoewel hij tegenwoordig niet zo’n groten lezerskring meer vindt, loont het toch zeer de moeite, zijn beste werken eens na te slaan. Je zult dan onder den indruk komen van de volle overgave en oprechte toewijding, waarmee hij al het schone en edele liefhad en de zaak der letterkunde diende.