is de naam voor iederen in loondienst zijnden wedstrijd-ruiter, in tegenstelling met den heer-rijder (het Engelse woord gentleman-rider wordt ook vaak gebruikt), die enkel voor zijn pleizier aan wedrennen deelneemt.
Het woord jockey is een verkleinwoord van Jock of John en betekende oorspronkelijk rijknecht.
Goede jockey’s worden, vooral in Engeland, goed betaald. Ze moeten ongeveer 50 à 55 K.G. wegen. Voor en na iederen ren worden ze gewogen en als ze te licht zijn — voor iederen wedstrijd is een bepaald gewicht voorgeschreven —, dan wordt het ontbrekende gewicht door lood in de zadeltassen aangevuld.
Nu menen jullie, dat een Jockey-club een club of sociëteit voor Jockey’s is.
Helemaal mis! Het waren en zijn nog gedeeltelijk bizonder exclusieve sociëteiten van mensen, die het paardrijden iets heel bizonders vinden en dat dus willen bevorderen.
In Parijs met name is die club extra voornaam. Men denke maar eens: onder de oprichters figureren de hertogen van Orléans en Nemours, de prins van de Moskwa, Lord Henry Seymour, graaf Demidoff, enz.