In den Bijbel lezen we (Gen. 32), dat Jacob bij zijn terugkeer naar Kanaän ’s nachts met een man worstelde, totdat de dageraad opging, en dat deze man (de Engel des Heren) hem tenslotte zegende en zijn naam veranderde. „Uw naam zal voortaan niet Jacob heten maar Israël, want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en de mensen en hebt overmocht (overwonnen),” luidt de betreffende tekst.
Letterlijk vertaald betekent Israël strijder Gods. Zijn nakomelingen, het Joodse volk, werden naar hun stamvader ook wel de kinderen Israëls of kortweg Israël genoemd. Toen het land Palestina na Salomo’s dood verdeeld werd, doordat zich tien stammen onafhankelijk verklaarden en Jerobeam tot koning kozen, terwijl over de stammen Juda en Benjamin Salomo’s zoon Rehabeam heerste, werd het losgescheurde Noordelijke gedeelte het rijk Israël genoemd, met de hoofdstad Samaria; het Zuidelijk deel, met Jeruzalem als hoofdstad, heette voortaan het rijk Juda.
De bewoners van dit rijk hebben zich als volk tot op den dag van heden gehandhaafd. Wel hebben zij grote beproevingen moeten doorstaan.
Koning Nebukadnezar van Babylon heeft een einde gemaakt aan het rijk Juda en de bewoners in gevangenschap weggevoerd, maar onder Cyrus kregen zij verlof naar hun land terug te keren (536 v. Chr.).
Zerubbabel, Ezra en Nehemia herstelden Jeruzalem en de Maccabeeën bevochten een zekere zelfstandigheid van het volk.
De Romeinen onder Titus maakten een eind aan de laatste kans op onafhankelijkheid der Joden in Palestina (70 na Chr.). De tempel werd verbrand en de overwonnenen verspreidden zich over de hele aarde. Maar als volk met eigen karakter en eigen instellingen bestaan zij nog steeds en zelfs de bloedige vervolgingen en de verdrukking, die de Joden in de verstrooiing (diaspora) gedurende de Middeleeuwen te verduren hadden, hebben dit volk niet kunnen vernietigen. Er is thans een sterk streven merkbaar, om weer een eigen rijk in het oude vaderland te stichten, alhoewel ook. vele Zionisten dit voorlopig nog niet wensen in verband met de dan dreigende moeilijkheden met de Arabische bewoners, die nu door Engeland als mandaatstaat nog in toom gehouden worden. Ook het voorstel Palestina te verdelen in een Joods en Arabisch deel is zeer verschillend door de belanghebbenden ontvangen en schijnt ook direct nog geen kans op verwezenlijking te maken. Deze beweging, het Zionisme, heeft na den wereldoorlog reeds veel vruchten gedragen. In Palestina bestaat nu onder Engelse bescherming een Joodse gemeenschap, die wellicht de grondslag van een nieuw rijk kan worden.
Zover over de voormalige bewoners van het rijk Juda. Waar zijn echter de bewoners van het rijk Israël gebleven? We weten het niet. De wereldgeschiedenis bericht alleen, dat zij door een Assyrischen koning in gevangenschap naar Ninevé werden gevoerd (722 v. Chr.). Zijn ze ten onder gegaan en verdwenen of leven hun nakomelingen nog ergens op de wereld? Hier hebben we een vruchtbaar onderwerp voor allerlei sagen en legenden. De overlevering vertelt dan ook, dat na den ondergang van Ninevé (606 v. Chr.) de verstrooide Israëlieten van de verkregen vrijheid gebruik maakten en naar het Noord-Oosten trokken, door Turkestan, Zuid-Siberië en Mongolië tot aan de kusten der Stille Zuidzee. Omstreeks 600 v. Chr., aldus vertelt de legende, staken zij over naar de grote eilanden, die thans het keizerrijk Japan vormen en stichtten hier een groot rijk. Het heersende of edelras van het Japanse volk zou dus volgens die opvatting gevormd worden door de nakomelingschap der Israëlieten. Het oudste Japanse geschiedenisboek vertelt ons, dat omstreeks 600 v. Chr. Jirnmoe Tennô de eilanden veroverde en aldus de eerste keizer van Japan werd. Deze veroveraars zouden dus eigenlijk Israëlieten zijn geweest, beweert men. In dit verband is het wel merkwaardig, dat men thans nog in Zuid-Siberië en in Mongolië, precies langs den weg, dien de Israëlieten zouden hebben gevolgd, kleine verspreide Joodse gemeenten vindt.
De wetenschappelijke geschiedvorsing verwijst echter deze legende naar het rijk der fantasie.