Wanneer iemand door een ongeluk of door de een of andere ziekte veel bloedverlies heeft geleden, zodat men vreest voor zijn leven, probeert men hem dikwijls te redden door het inspuiten van bloed of een andere vloeistof in de aderen. Dit wordt infusie genoemd.
Vroeger gebruikte men in zo’n geval bloed van mensen of dieren, doch dit bleek in de meeste gevallen zeer gevaarlijk te zijn. Tevens bleek, dat de dood door bloedverlies niet zozeer veroorzaakt werd door het gemis van het bloed als wel, doordat het hart als een lege pomp moest werken en dus na verloop van tijd stilstond.
Daarom ging men over tot infusie van een andere vloeistof, vooral een keukenzoutoplossing met of zonder suiker, waarvan 500 tot 1500 gram in een der aderen wordt gespoten.De wetenschap gaat steeds verder en opent telkens nieuwe verschieten. Zo zijn we nu al zover, dat het bloed van gezonde personen, die plotseling gestorven zijn b.v. door een ongeluk, verzameld, geprepareerd en bewaard wordt in gekoelde ruimten, tot het nodig is. Je kunt je voorstellen, wat dat b.v. in een oorlog voor de dokters aan het front betekent.
Wie nu nog wat meer weten wil over allerlei, dat met in- en transfusie van bloed in verband staat, moet er ook eens op nalezen, wat we geschreven hebben onder: Bloedgroepen en Bloedtransfusie.
