Wanneer je een liefhebber van sprookjes en Oosterse verhalen bent, dan heb je natuurlijk wel eens gelezen over schone prinsessen met nagels, getint met henna. Eigenlijk is die benaming niet helemaal juist, want de wortel van de Henna- of Alhennaplant, die door het hele Oosten bekend is, bevat weliswaar een rode verfstof, doch slechts de gele verfstof, die uit de bladeren wordt bereid, wordt — en dan nog in den vorm van gedroogd poeder — in den handel gebracht.
Del moderne middeltjes, die sommige kappers gebruiken, om het haar van de dames den befaamden goudglans te geven, worden naar aanleiding hiervan wel henna- of in ’t Frans henné-praeparaten genoemd. Of daar echter de werkelijke henna-poeder in zit, valt niet met zekerheid te zeggen.
En nu de rode nagels van de Oosterse prinsessen en andere dames? Die zijn niet beschilderd met Henna-, doch met Alkannaverfstof. De Alkanna heeft een 10 tot 15c.M. langen wortel, die algemeen wordt gebruikt voor het roodverven van haarolie, pommade, politoer, enz. Zij groeit ten Zuiden en Zuidoosten van de Middellandse zee. In Engeland alleen werden tot voor kort jaarlijks ruim 7000 K.G. alkanna-poeder ingevoerd; de laatste jaren is dit door de ontdekking van nieuwe verfstoffen uit etherproducten iets minder geworden.
