wil zeggen: alleenheerschappij. Men gebruikt dezen term voor een bepaalden regeringsvorm, waarbij de vorst de absolute macht heeft en hij, tenminste in theorie, van zijn daden aan niemand verantwoording behoeft af te leggen.
In werkelijkheid kan echter de vorst maar niet alles doen, wat hij wil, want gaat hij te veel tegen den wil van zijn volk in, dan wordt hij door dat volk verstoten of gedood, zoals herhaaldelijk in de geschiedenis is gebeurd.In de meeste gevallen' kiest de despoot een aantal raadslieden, maar hij is niet verplicht hun raad op te volgen.
Het despotisme, dat afgeleid is van het Griekse woord despotês = heer des huizes, later alleenheerser, is een der oudste regeringsvormen van de wereld, ofschoon de democratie ook in de Oudheid voorkwam. Over het oude Chinese Rijk, in Klein-Azië en in het oude Egypte heersten despoten, die beslisten over leven en dood van hun onderdanen.
Er is verschil tussen despotisme en absolutisme. In de absolute monarchie oefent de monarch wel alleen het oppergezag uit, maar hij is toch in zekeren zin gebonden aan wetten en gebruiken, terwijl een despoot eenvoudig volgens zijn luim en den indruk van het ogenblik regeert.
Ook tussen tyrannie en despotisme is er verschil; bij tyrannie denkt men steeds aan een alleenheerschappij, die op geweld en dwang gegrondvest is, iets wat bij het despotisme niet noodzakelijk is.
Tegen het einde van de 18de eeuw kwam een regeringsvorm op, dien men algemeen als „verlicht despotisme” aanduidt.. De vorsten hadden nog wel alle macht in handen, maar ze gebruikten die ten nutte van alle onderdanen, niet meer ten gunste van adel en geestelijkheid alleen, maar ook voor het belang van boeren en burgers.
Als verlichte despoten worden o.a. genoemd: Frederik de Grote van Pruisen, Jozef I van Oostenrijk en Catharina II van Rusland.