Natuurlijk heb je allemaal wel eens horen spreken over cijferschrift en het verbazend interessant gevonden, dat er allerlei manieren zijn, om met cijfers in plaats van letters mededelingen aan elkaar te doen, die door niemand anders dan de geadresseerden kunnen worden ontcijferd. Over die verschillende methodes van cijferschrift zullen we je eens iets vertellen en je tevens leren, hoe je zelf een aardig geheimschrift kunt maken voor jezelf of voor je jonge broertje, dat lid is van de „bende van de rode hand” of de „club van de vrolijke vijf”, of waar hij maar lid van is.
Waarom is het eigenlijk nodig, dat er cijferschrift bestaat? Wel, in het onderling verkeer tussen mensen en volkeren kunnen zich natuurlijk gevallen voordoen, waarbij iemand aan een ander, die afwezig is, een bericht wil sturen. Dat is in normale omstandigheden eenvoudig genoeg: hij sluit het bericht in een envelop, schrijft er het adres op en doet den brief op de post. Best, dit zal meestal afdoende zijn, hoewel altijd de mogelijkheid blijft bestaan, dat de brief in verkeerde handen komt. Wat doe je nu echter in buitengewone gevallen, b.v. in oorlogstijd, als alle brieven naar het buitenland geopend en gelezen worden? Juist dan hebben sommige mensen er het grootste belang bij, dat hun berichten geheim blijven en indien ze al opgevangen worden, door niemand anders dan den geadresseerde kunnen worden begrepen.
Dan maken zij gebruik van het z.g. cijferschrift. Dat is een stelsel van tekens, letters of cijfers, waarbij volgens een vooraf gemaakte afspraak tussen de betrokken personen, elk teken een bepaalde letter voorstelt of waarbij de tekens in een bepaalde volgorde geplaatst worden. Door een paar voorbeelden, die we hier laten volgen, zal je dit wel duidelijk worden: A. wil aan
B. het volgende mededelen: „Morgenavond zal er een groot volksfeest op het marktplein gevierd worden. Kom je ook om negen uur?” Een heel eenvoudige manier, om dezen zin voor niet-ingewijden onbegrijpelijk te maken, zou zijn elke letter te vervangen door een andere letter of door een cijfer, wanneer men van te voren een afspraak heeft gemaakt. Dit zou echter tamelijk onverstandig zijn, want zo'n geheimschrift is zonder veel moeite te ontcijferen,
omdat men weet, welke letters in onze taal het meest voorkomen, n.l. de e, de n, de r enz. Heeft men eenmaal de betekenis van drie of vier tekens uitgeplozen, dan kan men door proberen gemakkelijk de rest vinden.
Een andere methode is het rangschikken der tekens in een andere volgorde. We schrijven de letters van den zin in acht rijen van tien, dus zo:
m 0 r g c n a V 0 n d z a 1 e r e e n g r 0 0 t V 0 1 k s f e e s t 0 P h e t m a r k t P 1 e i n g e V i e r d w 0 r d e n k 0 m j c 0 0 k
0 m n e g e n u u r?
Nu lezen we dan de tien kolommen achtereenvolgens van boven naar beneden. Dan krijgen we deze combinatie: m d r e aeeoozoervnmraoskikn glttteoeeevoprmgnropl djeaelhewenvekeioouon stnroungfmgdkr?
Dat is een aardige hutspot van letters, voor een buitenstaander onbegrijpelijk. Maar de geadresseerde, die het geheim kent, schrijft de letters eenvoudig in tien rijen van acht en leest de kolommen achtereenvolgens van boven naar beneden.
Toch is ook deze methode nog veel te doorzichtig, om een werkelijk bruikbaar geheimschrift te vormen, want wie maar geduldig probeert, komt spoedig te weten, hoeveel tekens telkens in een rij moeten staan. Kijk, de eerste letter is een m. Daar moet een klinker op volgen. De eerstvolgende klinker is de e, dit is de 4e letter. Probeeren we nu telkens de 4e letter bij te voegen, dan krijgen we: 1 4 7 10 13 16 . mee z r m. Stop! Dat wordt niets. Dus de volgende klinker, de a. Proberen! Dan moet telkens de 5e letter worden bij gevoegd en we krijgen dus: 1 5 9 13 17 21 m a o r r k.
Dat gaat ook niet. Ook met de volgende e, e, en de eerste o hebben we geen succes. Maar nu de tweede o: T 9 17 25 33 41 m o r g e n. Dat is een goed Nederlands woord en daarmee is de sleutel gevonden. Moeilijker wordt de zaak, wanneer men geen letters, maar afgesproken tekens of cijfers gebruikt.
Een vroeger veel gebruikt cijferschrift is dat, waarvoor men zowel bij het opstellen als ook bij het ontcijferen een sleutelgetal gebruikt.