Frederik Frans Chopin (1809—1849) was een van de meest geniale componisten der vorige eeuw. Hij werd in 1809 te Zelazowa Wola, een kleine stad in de nabijheid van Warschau, geboren (zijn vader was een Fransman, zijn moeder een Poolse).
De pianist Zywni was zijn eerste leermeester. Door zijn geweldigen ijver in het studeren en zijn groot talent bereikte hij reeds als jong pianist een verbazingwekkende hoogte.
In 1831 brak in Polen een revolutie uit. Chopin verliet zijn vaderland en kwam ten slotte over Weenen en München te Parijs, waar hij voor goed bleef wonen.In 1869, dus 20 jaar na zijn dood, werd in Warschau een standbeeld voor hem opgericht.
Van de vele composities, vooral pianocomposities, die hij nagelaten heeft, zijn wel het meest bekend de walsen, de nocturno’s (nachtmuziek), de polonaises (een soort dans), de fantasie, de twee concerten, de sonates en de marche funèbre — dodenmars. Naast technische volmaaktheid bezit zijn muziek een grote fijnheid en gratie. En ook als uitvoerend musicus — pianist — heeft hij uitgeblonken.