Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Bernhard, prins der nederlanden

betekenis & definitie

't Is ook alles zo vlot gegaan. Zó wisten we van den prins geen kwaad en het volgende ogenblik niets dan veel goeds!

Het begon opeens... Woensdag, 9 September 1936 om kwart voor één klonken achtereenvolgens de stemmen van onze Koningin, toen van de Prinses en tenslotte... ja, van Prins Bernhard! En ze waren alle drie even gelukkig en blij.. En de zon scheen weer en Nederland hoopte weer midden in de bange, zware crisisdagen van het donkere najaar van ’36 en het was ons allemaal ineens, of het echt lichter en ruimer en vriendelijker was geworden.

Zó trad Prins Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter von Lippe-Biesterfeld officieel als verloofde in het leven van onze Prinses en daarmede in de warme belangstelling, weldra de liefde van het Nederlandse volk.

Doodgewoon ging alles, ’s Middags reden ze in zijn Fordje knus en gezellig naar het Paleis in den Haag en Nederland ontdooide: eerst de residentie, overigens zo stijf en deftig, graag strak vormelijk en altijd een beetje in „stijl”. Maar dat ging eenvoudig niet langer en de twee als maar lachende gezichten van de Prinses en haar Prins brachten alle mensen aan het lachen en aan het juichen en aan het zingen, tot plotseling na het statige „Wilhelmus” de diepreligieuze ondertoon van het Hollands volkskarakter zich dankend baan brak in een plechtigen Psalm.

Toen was het ijs gebroken, ook het cordon, toen en later nog menigmaal en het werd één feestroes van September tot Januari, die zijn hoogste spanning bereikte in de dagen vlak voor het huwelijk op den 7en Januari 1937. Overal werd feestgevierd; allerwege hingen de vaderlandse vlaggen uit en bij luisterrijken tooi van voorname versiering baadde in den glans van duizendvoudige, feeërieke lichteffecten de bruidsstad den Haag.

Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld is de telg uit een oud Duits vorstengeslacht. Reeds in 1123 wordt melding gemaakt van een heer van Lippe, bevelhebber in het leger van keizer Lotharius, toen reeds een aanzienlijke familie met uitgestrekte goederen, die weldra ook in het bezit kwam van Detmold, dat sindsdien de residentie van het geslacht bleef, tot evenals in alle Duitse vorstendommen, ook hier in 1918 bij de grote omwenteling in Duitsland de regerende vorst Leopold troon en kroon verloor en sinds als ambteloos burger het Slot in Detmold bewoont.

Zijn vader, eveneens Prins Bernhard geheten, broeder van den laatsten vorst, diende als huzarenofficier Keizer en Vaderland, maakte den groten oorlog mee, de armoede van de revolutie en stierf reeds 19 Juni 1934. Zijn moeder is Prinses Armgard, geboren Gravin CrammCrieven.

Onze Prins werd den 29en Juni 1911 te Jena geboren en bracht zijn eerste levensjaren door op het oude, idyllische slot Woynowo (Reckenwalde) op de Pools-Duitse grens met zijn 3 jaar jongere broertje Aschwin. Op twaalfjarigen leeftijd stuurden zijn ouders hem naar het gymnasium te Züllichau en daarna bezocht hij van 1926— 1929 het Arndt-gymnasium te Berlijn. Na het beëindigen van deze studie volgde als beloning van een uitstekend eindexamen een rondreis door Europa en Noord-Afrika met zijn vader. Daarna studeerde hij in de rechten, eerst te Lausanne, daarna in München en Berlijn en slaagde aan de laatstgenoemde Universiteit voor het candidaats-examen, dat de toegang tot den rang van referendaris voor hem ontsloot.

Maar meer dan de ambtenarij trok het volle, vrije zakenleven hem aan. Hij zocht en vond een plaats bij het wereld-concern van de I. G. Farben, dat hem detacheerde bij zijn filiaal in Parijs, waar hij zich door zijn vriendelijkheid en kameraadschap, maar ook door zijn ijver en bekwaamheid weldra aller hart veroverde.

Zijn vacanties gebruikte hij, om met de auto grote reizen te ondernemen en zo werd hij de ervaren automobilist, die hij thans is en zijn enige bezwaar tegen het Hollandse verkeer is, dat hij niet vlug genoeg kan ópschieten. Maar in dat opzicht komen Prinses en Prins goed bij elkaar. Ook zij heeft zich in den loop der jaren tot een sportieve figuur ontwikkeld en het was dan ook gedurende één der Parijse vacanties, die de Prins in de bergen doorbracht, dat zij elkander al sportende in die wijde, witte wereld hebben gevonden.

Van hier kwam hij als de verloofde van onze Prinses naar Holland. Reeds tevoren hadden ze elkaar ontmoet; eerst in het buitenland, toen enkele malen in ons land en tenslotte bij de wintersport in het hooggebergte... en daarna ging het alles verbijsterend snel. 8 September 1936 komt de Prins in ons land en den dag daarop volgt de officiële mededeling van de verloving door de radio en volgt het dankwoord van den Prins voor het enthousiasme, waarmee Nederland het jonge paar had ingehaald:

„In de eerste plaats een woord van innigen dank voor de hartelijke ontvangst, welke mij in Nederland ten deel is gevallen. Ik begrijp natuurlijk volkomen, dat die hartelijkheid in de allereerste plaats de Prinses geldt en niet mij, die voor u een onbekende is. Maar toch heb ook ik reeds zovele hartelijke gelukwensen ontvangen, dat ik niet kan nalaten, er hier mijn diepgevoelden dank voor uit te spreken. Maar ik wil trachten, mij zo spoedig mogelijk met mijn toekomstig vaderland vertrouwd te maken. En ik hoop, dat men mij rustig den tijd zal willen laten, om mij hier in allerlei belangen in te werken.

Ik hoop, dat wij dan na twee of drie maanden kunnen trouwen. Ik ben heel gelukkig en mijn streven zal er op gericht zijn, mijne aanstaande vrouw tot een werkelijken steun in het leven te zijn.

In mijne betrekkingen met het Nederlandse volk neem ik mij voor, mij te laten leiden door het voorbeeld van de zo bij zondere verhouding, welke van ouds bestaat tussen Nederland en het Huis van Oranje.” Den 24en November ontvangt hij bij de Wet de hoedanigheid van Nederlander, die vereist werd voor het huwelijk met onze Prinses. Staatsblad no. 1 van dien datum geeft de wettelijk vereiste toestemming tot dit huwelijk en regelt enige gevolgen daarvan, terwijl Staatsblad no. 2 de naturalisatie van den Prins en de consequenties daarvan regelt. De leden van de Staten-Generaal, zowel in de Eerste als in de Tweede Kamer, namen deze wetsvoorstellen zonder hoofdelijke stemming aan, waarbij zij, die geacht mogen worden principiële tegenstanders der monarchie te zijn, in deze historische dagen van loffelijke zelfverlochening blijk gaven, zodat geen wanklank van welken aard ook werd vernomen.

Hem werd de titel Prins der Nederlanden verleend en het was een indrukwekkend ogenblik, toen op het Malieveld te ’s Gravenhage de Prins door den toenmaligen Commandant van het Veldleger LuitenantGeneraal Roëll, in het bijzijn van Koningin en Prinses en ten overstaan van detachementen van alle onderdelen van het leger beëdigd werd als officier bij het Nederlandse leger met den rang van ritmeester a la suite.

Reeds den 7en Januari daarop volgde het luisterrijke huwelijk in de Jacobskerk te ’s Gravenhage.

Zo hebben we weer een Prins der Nederlanden en elks hartewens is, dat het Oranjehuis weer bloeien zal tot zegen van ons volk.

(Zie verder ook het artikel over Prinses Juliana).

< >