Nu eens niet de naam van een mens, maar van een paard, en een heel beroemd paard bovendien.
Beiaard is het geweldig grote en sterke ros, dat volgens de sage toebehoorde aan Reinout van Montalbaan, den jongste en dapperste van de vier Heemskinderen.
Dit waren de zonen van heer H a w ij n van Ardennen, een der edelen, die een grote rol speelt in de sagen over Karel den Grote, de z.g. Karelromans, waarover wij later nog wel iets meer zullen vertellen.
Heer Hawijn bezat het ros Beiaard, doch hij had het in een toren opgesloten, daar niemand het aandurfde het ros te berijden, zo woest was het.
Reinout slaagde er tenslotte in, Beiaard te temmen en kreeg hem als loon hiervoor van zijn vader ten geschenke.
Later werden de vier broeders: Ritsaert, Writsaert, Adelaert en Reinout, in strijd gewikkeld met keizer Karel en in al hun avonturen speelt Beiaard, die kalmpjes de vier geharnaste ridders op zijn rug torste, een grote rol.
Het liep evenwel treurig met hem af. Tenslotte werd Reinout door den keizer gedwongen, Beiaard in de Seine bij Parijs te verdrinken. Dit schokte den held zo diep, dat hij van dien dag af geen zwaard meer wilde aanraken. Hij trok zich uit het ridderleven terug en werd monnik, (zie verder: Heemskinderen).
Beiaard moet, volgens het oude verhaal, een reusachtig groot dier geweest zijn. Wanneer je eens in België komt in de buurt van Rochefort, dan kun je daar aan den oever van de Maas een grote rots zien, waarin een afdruk van een reusachtige paardenhoef staat. Men vertelt, dat het ros Beiaard hier over de Maas gesprongen is en met zoveel kracht op deze rots terecht kwam, dat zijn hoef hierin een gat sloeg. Roche a Bayard is dan ook de naam van dit rotsblok.