Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Bananen

betekenis & definitie

Jullie zult het verhaaltje van dat prinsesje wel kennen, dat zo verwend was, dat het zelfs onze heerlijke Hollandse vruchten, waarvan wij allemaal, oud en jong, zoveel houden, niet meer wilde eten en zanikte om een andere vrucht, die niet zo hard en koud was.

„Breng mij een vrucht,” zei het prinsesje, „die niet te hard is en niet te zacht. Ze moet geen harde kern bevatten en geen krakende pitjes. Ook moet zij niet zijn geborgen in een harde schaal, die alleen met tangen te verbrijzelen is en ook mag zij geen schil hebben, die met een mes moet worden verwijderd.

Zij moet geurig en zoet zijn, daarbij voedzaam--en je moet er toch geen dorst van krijgen. Zo’n vrucht wil ik hebben /oor mijn ontbijt en... gauw een beetje!” Aldus sprak de kleine, verwende prinses en ze stampte met haar satijnen schoentje op den grond.

Vijf minuten later waren honderd renboden uitgezonden naar alle delen der wereld met de opdracht, zulk een wondervrucht te bemachtigen.

Het duurde lang, heel lang en de prinses was haar boze bui al weer helemaal vergeten, toen op een morgen een der renners zich aanmeldde.

Hij was mager en uitgeput door de lange reis, maar zijn ogen schitterden van voldoening. Op een zilveren blad, dat hij knielend de prinses aanbood, lag een grote tros zachtgele halvemaantjes. De bode nam een der vruchten van de schaal, verwijderde met één beweging de dikke, weke schil en het witte vruchtvlees stak eruit op als een sappige vlierpit. Die vrucht was... een banaan. De vrucht, waardoor alle wensen van de prinses werden vervuld!

Ja, wij, die misschien iederen dag bananen eten, wij denken er niet eens meer aan, wat een wonder van geur en smaak, voedzaamheid en gemak die heerlijke tropische vrucht ons brengt. We vinden de banaan „heel gewoon”.

Toch is er een tijd geweest en die ligt nog niet zo heel lang achter ons, dat de banaan in ons land totaal onbekend was; alleen de mensen, die in Indië geweest waren, vertelden ons soms wel eens enthousiaste verhalen over Indische vruchten, die op de tong smolten. En daar hoorde de banaan, die zij daar pisang noemen, dan ook bij. Maar geproefd hadden wij ze nooit en toen — zo ongeveer een kwart eeuw geleden — de bananen hier in ons land voor het eerst algemeen verkrijgbaar waren... vonden wij ze niet eens lekker. We vergeleken ze zelfs met „een melige peer” of „een zieken aardappel”. Maar dat kwam, omdat we eerst aan den fijnen, zachten smaak moesten wennen, wij, die alleen de frissere, scherpere smaken van onze inlandse vruchten kenden.

Alleen broertje en zusje in den tafelstoel wisten al dadelijk de banaan te waarderen. Voor die kleintjes was een lepeltje fijngewreven banaan een echt buitenkansje tussen al die pappen en papjes.

Maar nu... eet jong en oud bananen en daarom is het wel aardig, hier van die geliefde vreemdelingen uit warmere streken, die zo geheel en al bij ons zijn ingeburgerd, iets te vertellen.

De banaan, pisang of bacove groeit op de Canarische eilanden, in geheel Centraal Afrika, in Voor- en Achter-Indië en ons Indië, in de landstreken rondom de Caribische zee, in Columbia, Guatemala, Honduras en Costa Rica — en het was aan een toeval te danken, dat zij in Europa werd ingevoerd.

Een halve eeuw geleden nam een gezagvoerder van een kleinen schoener, kapitein Baker, die van Boston naar Jamaica voer, voor zijn vrienden een paar trossen bananen mee en deze vielen zo in den smaak, dat een hele reeks bestellingen in Amerika volgde.

Kapitein Baker, die een ondernemend man was, stichtte enige jaren later de „Boston Fruit Company” en bracht stoomschepen in de vaart voor het vervoer van bananen naar Amerika. Eerst jaren later begon men ook de bananen naar Europa te vervoeren.

Wat kapitein Baker in Midden-Amerika tot stand bracht, dat deed Sir Alfred Jones voor de 'Canarische eilanden en tenslotte groeiden deze ondernemingen uit en smolten tezamen tot het machtige wereldconcern: „United Fruit Company” en nu... worden er wekelijks alleen in ons land ongeveer 14.280.000 bananen ingevoerd! Dat had je zeker niet gedacht!

Er zit overigens heel wat aan vast, voor de banaan op onzen dis prijkt.

De vruchten worden in trossen van 150 tot 170 stuks groen en onrijp geoogst op de plantages. De boomachtige plant, die 4 tot 5 M. hoog wordt en waaraan telkens maar één tros groeit, wordt, wanneer de vrucht nog groen is, met een kort kapmes doorgehouwen, zodat zij omknikt, terwijl een paar man telkens den zwaren tros opvangen en afkappen.

Het vervoer van de bananen moet zo snel mogelijk geschieden, en tevens zo voorzichtig mogelijk, opdat de vruchten onderweg niet rijpen en niet beschadigd worden.

In de ruimen der speciaal hiervoor ingerichte schepen worden de trossen dicht op elkander en laag over laag tussen houten beschotten opgestapeld; om deze vakken heen wordt een gang vrij gehouden voor de inspectie.

Bij het lossen brengen elevators de trossen uit de ruimen naar boven. Langs den gereedstaanden trein met zijn bekende, witgeschilderde bananenwagons, die je misschien wel eens gezien hebt, loopt een transportband en in een half uur is een trein van 14 wagons, elk met ongeveer 300 trossen, geladen.

Wanneer de bananen uit de schepen gelost worden, zijn ze nog niet rijp. Nu komen de bananengrossiers in actie. Zij lossen de bananen uit de wagons of schepen, — die speciaal in ons land voor het vervoer van bananen worden gebruikt — en brengen de nog groene trossen in hun pakhuizen, waar ze worden opgehangen in z.g. rijpingscellen. Dit zijn houten ruimten, waarin centrale verwarming is. De temperatuur wordt daar steeds op een constant peil gehouden.

Nu pas gaan de trossen rijpen: van groen worden ze langzamerhand mooi goudgeel. De bekende bruine plekjes ontstaan daar, waar de bananen, ondanks alle voorzichtigheid, toch nog een kneusje kregen.

Dat de Indische banaan, de pisang, nog steeds niet op onze tafels prijkt, komt, omdat het tot voor kort niet gelukt is, die pisangs zo te vervoeren, dat ze hier goed aankomen. Men neemt echter proeven in die richting en, naar het schijnt, is er kans, dat die zullen slagen.

< >