Chamerion: samenvoeging van de Griekse woorden ‘chamai’ of ‘dicht bij de grond’ en ‘nerion’ dat onder andere stond voor de oleander.
Angustifolium: komt van angusti = smal, en folium = blad, dus smalbladig.
Wilgenroosje: de naam wilgenroosje kreeg het omdat de vorm van het blad veel op dat van de wilg lijkt en roosje vanwege de rode kleur van de bloemen, maar ook omdat de naam roos nog al eens gebruikt werd om er een willekeurige bloem mee aan te duiden met een rode kleur, zoals ook bij klaproos.
Bijzonderheden:
• de gedroogde bladeren gebruikte men vroeger als een soort surrogaat voor thee;
• de wortel werd vroeger als een soort groente gegeten en wel als vervanger van asperge;
• de plant kan zich snel verspreiden met zijn witte pluizige zaden die men in de herfst nogal eens kan zien.
Gepubliceerd op 12-05-2020
Wilgenroosje, Chamerion angustifolium
betekenis & definitie