Silene: komt van Silenus. Silenus was in de Griekse mythen begeleider en opvoeder van Dionysos. Hij was meestal dronken en had een dikke buik, de naam zou zinspelen op de buikige kelk. Een andere verklaring is dat het woord in verband gebracht kan worden met het Grieks sialon = speeksel, in dit geval het zou zinspelen op de kleverige stengels van de plant.
Latifolia: de plant heeft relatief brede bladeren.
Alba: de plant of een onderdeel kan witachtig van kleur zijn.
Avondkoekoeksbloem: de naam koekoeksbloem verbonden met dag, avond of nacht wil men als volgt verklaren: deze planten bloeien als de koekoek weer in ons land in aangekomen en begint te roepen. Dit is zeer onwaarschijnlijk, want de roep van de vogel is al lang aan de gang, eer de plant tot bloei komt. Waarschijnlijker en aannemelijker is het feit dat deze planten veelal bezet zijn met ‘koekoeksspog’ (spuug) waarin zich de larve van een schuimcicade bevindt. Dit kleine, sap zuigende insect blaast luchtbellen in zijn eigen vloeibare uitscheiding en woont te midden daarvan, goed voor belagers verborgen.
Bijzonderheden:
• de bestuiving gebeurt door nachtvlinders, vandaar dat de kroonbladeren pas in de schemering zoetig gaan ruiken en zij bloeit alleen in de schemering en in de nacht. De kroonbladen, die overdag verwelkt schijnen, strekken zich tijdens de schemering en de bloemen verspreiden dan een zoete geur;
• de bastaard van Avondkoekoeksbloem en Dagkoekoeksbloem staat soms tussen beide ouders in en heeft dan roze bloemen, soms lijkt hij meer op de ene dan op de andere oudersoort. Merendeels is deze soort tweehuizig;
• het is de meest forse vertegenwoordiger van de Anjerfamilie in Nederland, die tot een meter hoog kan worden.
Gepubliceerd op 12-05-2020
Koekoeksbloem (avond), Silene latifolia s alba
betekenis & definitie