Definities van Waarom brandnetel? Verklarend woordenboek in de Ensie D
- Dalkruid, Maiantheum bifolium
- Daslook, Allium ursinum
- Dauwnetel, Galeopsis speciosa
- Den (grove), Pinus sylvestris
- Distel (akker), Cirsium arvense
- Distel (drie), Carlina vulgaris
- Distel (krul), Carduus crispus
- Distel (speer), Cirsium vulgare
- Dolle kervel, Chaerophyllum temulum
- Doornappel, Datura stramonium
- Doornzaad (heggen), Torilis japonica
- Dopheide, Erica tetralix
- Dotterbloem, Caltha palustris s palustris
- Dovenetel (paarse), Lamium purpureum
- Dovenetel (witte), Lamium album
- Dravik (ijle), Anisantha sterilis
- Dravik (zachte), Bromus hordeaceus agg
- Droogbloem (moeras), Gnaphalium uliginosum
- Dubbelloof, Blechnum spicant
- Duindoorn, Hippophae rhamnoides
- Duinriet, Calamagrostis epigejos
- Duist, Alopecurus myosuroides
- Duivenkervel (gewone), Fumaria officinalis
- Duizendblad, Achillea millefolium
- Duizendguldenkruid (echt), Centaurium erythraea
- Duizendknoop (beklierde), Persicaria lapathifolia
- Duizendknoop (Japanse), Fallopia japonica
- Duizendknoop (kleine), Fallopia minor
- Duizendknoop (sachalinse), Fallopia sachalinensis
- Duizendknoop (zachte), Persicaria mitis
