STELSEL (Het ENGELSCHE) der vrije en aangenomen Vrijmetselaars, verdeelde zich sedert 1717 in het oude of Yorksche, en het nieuw-Engelsche stelsel. Dat gedeelte der BB, welke naderhand het laatste aankleefden, waren in 1716 van gevoelen, dat de Maç.: statuten herzien, en onder anderen, alle erfelijke waardigheden afgeschaft moesten worden. Wezenlijk verschil bestond er in de leerstellingen, tusschen de twee systemen, vóór de vereenigingen niet. Na hetgeen wij zeiden in de Art. ANDERSON, ENGELAND, LONDEN, NOORTHOUCK enz, hebben wij nog slechts het volgende te zeggen:
De Eng. v.: M.:, de oudste der tegenwoordige Broederschap en de moeder van alle andere v.: M.: vereenigingen, neemt (ook de vroeger verdeelde, oude en nieuwe stelsels namen het steeds) als grondslag der v.: M.: het Konstitutieboek van ANDERSON aan, en als voornaamste grondwet den eersten der zeven Pligten, luidende:
Een v.: M.: is, door zijne roeping, verpligt, de zedewette gehoorzamen als een trouwe Noachiet (zie het Art. NOACHIETIESCHE GEBODEN), en als hij de kunst in den grond verstaat, zal hij noch een stompzinnige godloochenaar, noch ongodsdienstige vrijgeest zijn. In oude tijden rustte op de Christelijke Metselaars de pligt, zich te rigten naar de Christelijke gebruiken van elk land, waarin zij reisden of arbeidden: doch daar de Metselarij echter onder alle volken, zelfs van verschillende godsdiensten wordt gevonden, zoo rust thans nog slechts de pligt op hen, die godsdienst aan te kleven, waarin alle menschen overeenstemmen (aan elken Broeder zijne eigene, bijzondere meening overlatende); dat is: goede en trouwe mannen te zijn, mannen van eer en regtschapenheid, door welke benaming, godsdienst of overtuiging zij ook onderscheiden mogen zijn: want zij stemmen allen in de drie groote Artikelen van NOACH overeen, dat genoeg is om het cement der Loge te bewaren. Zoo doende is de Metselarij het middelpunt hunner vereeniging, en het gelukkige middel, tot het vereenigen van menschen, welke, zonder dat, aanhoudend van elkander verwijderd hadden moeten blijven (Hiermede vergelijke men de old Charges, te vinden in KRAUSE's Kunst-Urkunden, D. III,p. 253, naar PRESTON's bearbeiding, en de Yorksche Konstitutie in het Art. OORSPRONG, bl. 65.
Omtrent den oorsprong der tegenwoordige Gr L van Engeland, waarin thans de Yorksche en nieuwe Metselaars vereenigd zijn, zie men het Art. ENGELAND,
D. I. bl. 202).
Het Engelsche stelsel bearbeidt de drie graden, en ook een vierden, welken men er beschouwt als eene soort van wetenschappelijken graad, genaamd: Royal Arche. Daar buiten erkent men geen' anderen, en dit gaat zelfs zoo ver, dat de overleden Gr M Nat, de Hertog van Sussex, een aangeboden verbond met eene vreemde (Duitsche) Gr D afsloeg, omdat zij hooge graden bearbeidde. Verder heeft de Gr L van Engeland, aan de weinigen die er lust toe gevoelen, zich met linten, dekoratiën en titels op te pronken, dit niet willen beletten, door, zonder ze te erkennen, het oprigten toe te laten van eene soort Riddergraden, welke echter niet tot de v.: M.: behooren. Zie het Art. ENGELAND, D. I. bl. 207.